Een dierenparadijs in je tuin

Er zouden amper groenten, fruit en bloemen zijn zonder insecten. Vooral bijen zorgen voor bestuiving. Volgens Natuurpunt zij er in Vlaanderen nog bijna 350 wilde bijensoorten die planten bestuiven. Je hebt er dus alle baat bij om zoveel mogelijk van die nuttige diertjes in je moestuin te lokken als je de kans op een grote oogst wil vergroten. Maar dan moet je voldoende nectarbronnen voorzien.

Heb je al gedacht aan een bloemenweide?

Door de klimaatverandering hebben bijen vooral in augustus en september een stuifmeeltekort. Je kan kiezen voor een bloemenweide met eenjarige veldbloemen zoals de klaproos, korenbloem, bolderik en kamille. Of je gaan voor meerjarige bloemen zoals margriet, duizendblad, anemoon en pinksterbloemen. Meerjarige bloemen komen elk jaar terug uit.

Indien je vertrekt van een bestaand gazon moet je eerst de graszoden verwijderen. Het onderspitten ervan zorgt voor een verrijking van de grond. Raar maar waar , het geheim van een mooie bloemenweide is een voedselarme grond. Hoe minder voedingsstoffen in de grond, hoe meer bloemen er zullen bloeien.

  1. Spit de bodem om en verwijder de wortels.
  2. Strooi het bloemenzaad dun uit over de grond. Reken op 1 gram zaad per vierkante meter. Tip: als je een grote oppervlakte wil zaaien, kan je het bloemenzaad mengen met wit zand om te zien waar je al gezaaid hebt.
  3. Hark het bloemenzaad licht in de grond, maar zorg dat de zaden niet volledig afgedekt worden. Dan zullen ze niet ontkiemen.
  4. Besproei de grond en hou de grond de eerste weken goed vochtig.

Wat denk je van een insectenhotel?

Als je de bijen met voedsel in je tuin gelokt hebt, kan je ze in de watten leggen met een insectenhotel. Dan blijven ze in de buurt. Insecten helpen je om ongedierte in de tuin, zoals bladluizen en rupsen, te bestrijden.

Ook voor insecten is de locatie belangrijk. Ze verkiezen een zonnig hotel dat zuidelijk georiënteerd is en bij voorkeur zuidoost. Ze hebben ook graag beschutting tegen de regen. Voorzie dus een dak. Zet je bijenhotel ook niet té laag (omwille van mieren, katten en opspattend vocht) en zet het goed vast.
Een bijenhotel kan een simpel bakje zijn dat je vult met houtblokken en holle stengels.
Gedroogd gekliefd hard hout van minstens 15 centimeter lang is ideaal. Hard hout is bijvoorbeeld eik, kastanje, es, beuk, meidoorn. Naaldhout bevat veel hars en is minder aangewezen. Ook nat of zacht hout zoals wilg of populier kan je beter vermijden omdat de boorgangen dan rafelig zijn, wat de vleugels van bijen kan beschadigen.
Maak enkele boorgaten in het houtblok. De meeste insecten verkiezen 3 tot 8 millimeter. Boor de gaatjes recht en niet té dicht naast elkaar, want dan gaat het hout splijten.
In de natuur nestelen heel wat insecten zich in holle stengels. Riet, vlier en braam zijn zeer geliefd.

Om te voorkomen dat je insectenhotel een fastfoodrestaurant is voor vogels werk je je het aan de voorkant af met gaas dat groot genoeg is voor insecten maar de vogels tegenhoudt.

Heb je een drankplaats voor (kleine) vogels voorzien?

Je kan vogels wel voorzien van een café en poedelbadje, want ze zijn bang voor diep water. Zet een grote ondiepe schaal water in de tuin. Liefst lijkt hun badje op een regenplas. Een platte schaal, diep bord, koekenpan of bloempotonderzetter kan goed dienen. Als het maar lage zijkanten heeft en in het midden niet dieper is dan vijf centimeter.

Ook voor vogels is de locatie belangrijk. Plaats de schaal zo dat katten er niet makkelijk bij kunnen. Zet ze bij voorkeur in de buurt van een struik of laag boompje, zodat de vogels kunnen vluchten bij gevaar. Ze zijn namelijk extra kwetsbaar als ze nat zijn, omdat ze dan niet snel kunnen opvliegen.

Voorkom dat je last krijgt van extra muggen door het water regelmatig te verversen. Doe er niet enkel nieuw water bij, maar giet het oude water weg en spoel de schaal. Zo voorkom je ook dat vogels ziektes oplopen of elkaar besmetten bij de drinkplaats.

ArianeEen dierenparadijs in je tuin